'Throw out the life-line'

 

 

Bij de Zwitserse regisseur Christoph Marthaler is de plaats van handeling voor Shakespeare's 'Twelth Night' een treurig cruiseship, waar ongelukkige gelieven van de weeromstuit veel zingen en nog veel meer zuipen. De Rotterdamse schouwburg haalt met Marthalers 'Was Ihr Wollt' een heerlijke theateravond naar Nederland.

 

- door Loek Zonneveld

 

 

De scène is om op te vreten (of om uit te drinken, what you will). De kogelronde Sir Toby Belch ('Rülps', is zijn bijnaam hier, het betekent hetzelfde: boeren na overmatig drankgebruik) en zijn tijdelijke vriend Sir Andrew Aguecheek ('Bleichenwang', de man is qua voorkomen en optreden een notoire bleekscheet) betreden het vooronder, de dienster Maria schuift de ruim van drank voorziene bijzettafeltjes aan. Feste, de nar, zingt op het bovendek het treurige zeemanslied 'Throw out the life-line / Someone is drifting away' en iedereen zingt met uitdrukkingsloze gezichten mee.

Daarna wil het gezelschap 'weinend niedersinken und masslos trinken', hetgeen ook mateloos geschiedt. Waarna de beide heren als uitgeknepen dweilen van hun stoelen glijden en, met de nar op het bovendek, a-capella John Dowlands 'Come away, come away, death' prachtig meemummelen. Het is echter geen tijd voor nostalgie of romantiek - er moet een plan worden gemaakt om de arrogante majordomus Malvolio een verschrikkelijke wereldpoets te bakken. Maria heeft een plan, dat ze precieus ontvouwt, terwijl Toby en Andrew met hun ladderzatte koppen in haar schoot liggen.

Vervolgens is het bedtijd ('Gut geträumt, ist halb gevögelt', aldus Maria - een van de weinige zinnen die Shakespeare niet geschreven heeft, maar die uit de koker van vertaler Thomas Brasch komen). Tijd voor een slaapliedje. Nar Feste en zijn band zetten op het bovendek het psychedelisch jennerige 'Crimson and clover' (Tommy Jones & The Shandelles) in, Andrew gaat in het vooronder wankelend op één been staan en maakt een mime-act van de jankende gitaarsolo. Tot-ie omlazert. Shakespeare's taalpartituur is hier omgezet in een mix van trieste beelden, een welluidend klankdecor en briljante slapstick. Ziehier de kortste samenvatting van de theatrale handtekening van regisseur Marthaler.

De Zwitserse cafézanger en kroegclown Christoph Marthaler (1951, Zürich) studeerde muziek (blokfluit en hobo) in Zürich en theater bij Jacques Lecoq in Parijs, ensceneerde vanaf 1988 regelmatig in Zwitserse theaters, en brak in 1993 door met de voorstelling Murx den Europäer! Murx ihn! Murx ihn! Murx ihn! Murx ihn ab! ('Sla de Europeanen dood') bij de Volksbühne in Berlijn. Het toneel werd daar, door zijn vaste ontwerpster Anna Viebrock, omgetoverd in een griezelige gelambrizeerde ruimte - wachtkamer, voorgeborgte, fabriek, verhoorzaal van de Stasi, metaforisch beeld voor Duitsland - we hadden het als toeschouwers voor het uitkiezen. Achterin hing een stilstaande klok, en daarnaast de tekst 'Damit die Zeit nicht stehenbleibt', waarvan de letters tijdens de voorstelling steeds naar beneden vielen. Aan twaalf tafels zaten een twaalftal murw gebeukte, troosteloze types, die zich in armoedige trainingspakken hadden gehesen en wanhopig teksten mompelden. Opleven deden ze alleen wanneer er Duitse volksliederen mochten worden gezongen. Af en toe verdwenen ze in een enorme lift (een beeldcitaat uit Fritz Langs film Metropolis) voor een collectieve wasbeurt. Rechts in het decor bevonden zich twee verbrandingsovens (of verwarmingsketels) en als die open gingen, klonken uit het vuur de schlagers van het reëel bestaande socialisme: het volkslied van de ontmantelde DDR ('Auferstanden aus Ruïnen') en ook Brechts 'Solidaritätslied'. Murx den Europäer was een choreografie van alleengelatenen, stille kamermuziek, en ook een theatraal essay over de onbegrijpelijke tegenstrijdigheden binnen het 'gekkenhuis Duitsland als triest moeras vol schoonheid', zoals een Berlijnse journalist indertijd schreef. De voorstelling staat al acht jaar onafgebroken op het repertoire van de Volksbühne en reist het zojuist begonnen toneelseizoen onder meer naar Leuven.

 

Marthaler is nu artistiek leider van het Schauspielhaus Zürich. Als openingsvoorstelling koos hij voor Shakespeare's Twelth Night or what you will. De ondertitel werd titel: Was Ihr Wollt. Het stuk handelt volgens Marthaler over de grandeur & misère van ongelukkig in de liefde verdwaalde types, en dié draagt Marthaler een warm hart toe. Een fraai, aan zijn theaterwerk gewijd boek dat onlangs verscheen, heeft als titel: Die einsame Menschen sind die besonderen Menschen. Marthalers eenzame mensen komen volgende week twee avonden naar Rotterdam. En daar mogen we de schouwburg aldaar dankbaar voor zijn.

De plot van Driekoningen of: zie zelf maar (zoals Gerrit Komrij het stuk in 1991 vertaalde), is een mengeling van broeierige verliefdheid, travestie en verwarring. De tweeling Sebastian en Viola is bij een scheepsramp om het leven gekomen. Tenminste dat denken ze ieder voor zich. In feite worden ze allebei gered, en zwerft Sebastian met vriend Antonio doelloos door Illyrië, terwijl Viola (vermomd als de jongen Cesario) in dienst is getreden bij de hertog aldaar, Orsino, die hem/haar inhuurt als postillon d'amour richting gravin Olivia, op wie hij wanhopig maar vergeefs verliefd is. Viola/Cesario wordt in stilte verliefd op Orsino, terwijl Olivia op haar beurt als een blok voor de androgyne go-between valt. Uiteindelijk krijgt de hertog het origineel, de gravin de tweelingbroer.

De gravin heeft trouwens nóg twee aanbidders: de drink-maat van haar oom Toby, Sir Andrew (die geen schijn van kans maakt), en haar kamerheer Malvolio. Die laatste krijgt zijn parmantige eigenliefde hardhandig terugbetaald. Gehaat als hij is, trakteren dienstmeid Maria, oom Toby, Andrew en knecht Fabian de arrogante Malvolio op nagemaakte liefdesbrieven van de gravin. De arme Malvolio gaat van die brieven érg raar doen en wordt uiteindelijk gek verklaard en in de kelder opgesloten. Alle spinsels en verzinsels worden gadegeslagen en van commentaar voorzien door de nar Feste, met de fool uit King Lear op afstand de scherpste clownsrol die Shakespeare ooit schreef.

Voorin het programmaboekje van Was Ihr Wollt is een fragment afgedrukt uit Arthur Rimbauds gedicht Le Bateau Ivre, Het dronken schip, en dat is wat ontwerpster Anna Viebrock heeft bedacht: het zompige vooronder en het enigszins afgetrapte bovendek van een oud schip, waarop tijdens de reis zoveel wordt ingenomen dat de oude schuit bij en tijd en wijle zelf wel bezopen lijkt. Al na de eerste regels tekst begint het schip vervaarlijk te zwenken. Dat wil zeggen, het aangesnoerde tweedehands meubilair blijft stokstijf staan, de inwoners van het vooronder worden heftig heen en weer gezwiept, de stormen en scheepsrampen van verliefdheid en liefde zitten in hun kop, diep weggeborgen achter hun merkwaardige voorkomens.

Er wordt niet voor niets steeds opnieuw gezongen 'Throw out the life-line / Someone is drifting away', want ze drijven eigenlijk allemaal weg en piepen om hulp. 'Het probleem van Marthalers helden', schreef een journalist, 'is dat ze zo sympathiek zijn, zo onhandig en zo ontroerend. Verliefd op ze word je niet want ze ontberen een geheim, en zonder geheim geen erotiek. Dafür Komik.'

Er kan veel gelachen worden in de voorstelling Was Ihr Wollt. Om de eeneïge tweeling, onhandig aangekleed door dezelfde kleermaker en dezelfde brillenwinkel, om de kogelronde Toby die iedereen letterlijk en figuurlijk plet, om de acrobatiek van Andrew, om die Audrey Hepburn-tut van een Olivia, en bovenal om het overweldigende stemgeluid van de nar Feste, Marthalers zingende held Graham F. Valentine.

Feste slaapt als Orsino de muziek uit de openingsscène van het stuk nog een keer samen met zijn page Cesario (die Viola is) wil beluisteren. De nar wordt hardhandig gewekt en zingt meteen het verkeerde lied. Niet dat over de liefde, maar dat over de dood, 'Come away, death'. Het maakt de overjarige, esoterische hippie, die Orsino in deze voorstelling is, niet uit. En de heftig verliefde Viola/Cesario al helemaal niet. Ze kleden elkaar als in een roes uit. Tót het moment dat de hippie ontdekt dat hij op het punt staat te gaan vrijen met een jongen (die geen jongen is, maar dat weet Orsino nog niet). En net op tijd om Viola's borsten bedekt te houden. Zo behoeden ze elkaar voor een te vroeg slot. Op zulke momenten springt Marthalers Komik speels, via de ontroering, patsboem naar de harde werkelijkheid van het ontwaken uit de droom van het dronken schip. Voor dat ontwaken, Shakespeare's iedereen-krijgt-iedereen-happy-end van de laatste acte, heeft regisseur Marthaler een bizarre maar geniale vondst in petto, die we hier niet verklappen. De nar Feste heeft het laatste woord: 'And we strive to please you every day'. Met zo'n voorstelling - nou, graag!

 

Van de voorstelling bestaat een televisieregistratie door Arte.

 

De Groene Amsterdammer, 2001

Home