Toneel

 

Godfather Part IV

ZTHollandia speelt 'Richard III'

 

door Loek Zonneveld

 

In Shakespeare's schurkenstuk Richard III heet de klusjesman Tyrell. Hij doet het vuile werk. Ook voor het wurgen van twee puberende prinsjes draait hij zijn hand niet om. Aan een half woord heeft hij genoeg. Richard van Gloucester hoeft de opdracht tot moord nooit helemaal uit te spreken. Tyrell is in de communicatie net zo efficiënt als in het moorden. In de bewerking die de Vlaamse schrijver Peter Verhelst voor ZTHollandia van Shakespeare's tekst maakte, heeft Tyrell de naam Trouw gekregen. Acteur Frank Lammers speelt hem. Hij ziet eruit als Ricci, de klerenkast die in Coppola's Godfather II & III de gangsterschaduw is van Michael Corleone. In de magistrale slotscène van deel twee vermoordt Ricci Corleone's broer tijdens het vissen. Hij laat broer Fredo eerst een weesgegroetje bidden en knalt hem daarna overhoop. In deel drie schiet hij een kardinaal dood. Tekst heeft hij niet. Ricci kijkt slechts naar de oogopslag van Michael Corleone. En hij snapt het bevel.

Frank Lammers, de Ricci in de Godfather IV (want zo mogen we deze Richard III-regie van Johan Simons gerust noemen) is ook karig met woorden, maar hij heeft iets meer tekst. 'Ga daar maar even staan'. 'Iets verder weg graag'. Zijn mooiste grap is voor een tegenstander van Richard: 'Eerst het goede nieuws. Ik kom U halen voor het hoofdgerecht. Dan het slechte nieuws. U bént het hoofdgerecht.' Lammers dwaalt als capo di tutti capi door de voorstelling. Buiten beeld verkracht hij vrouwen en mannen. En hij ruimt dwarsliggers op. Een paar jaar geleden speelde Frank Lammers de demente overlever Adolf Hitler, een verzonnen bijrol in Bertolt Brechts Hitler-pastiche Arturo Ui bij het Noord Nederlands Toneel. Hij kreeg van de regisseurs (twee Oostduitsers) volle ruimte voor improvisatie, die hij optimaal en hilarisch benutte. Nu heeft hij van regisseur Simons opnieuw de ruimte gekregen. Om de loodzware Shakespearebewerking van Verhelst wat lucht te geven. Tegen het eind stuurt hij het mini-orkestje van de voorstelling weg met de opmerking: 'We zetten wel een plaatje op'.

Ik was blij met de aanwezigheid van Lammers. Want eerlijk gezegd: ik ben niet zo dol op de herschrijvingen van klassieke teksten door Verhelst. Hij wil me té vaak slimmer zijn dan zijn grote voorbeeld. En zijn symbolenzwangere taalgebruik zit het drama vaak in de weg. Richard III zit vol met tot geeuwen uitnodigende toneelaria's, die me heftig deden terugverlangen naar de gretige jongehondendramaturgie van de thrillerauteur en meestergeschiedvervalser Shakespeare. Fedja van Huêt is overigens briljant in de weer als de manisch-depressieve anti-dictator Richard van Gloucester. Frieda Pittoors schittert als zijn moeder, die niet ophoudt zich de pijnlijke stuitbevalling van haar monsterlijke zoon te herinneren.

De vertoning speelt zich af in een museumzaal (ontwerp: Marc Warning), waar het meesterwerk Kindermoord te Bethlehem (ja,ja!) van Rubens pretentieus commentaar hangt te wezen. Er wordt driftig gekotst, gespuugd en met eierstruif gesmeten. De introverte voorstelling wil dolgraag reuze modern zijn. Ook in de onthulling aan het eind, dat Richard twee uur lang met springstoffen op zijn buik naar een zelfmoordaanslag heeft verlangd. Als Shakespeareliefhebber verlangde ík (héél ouderwets) naar het origineel.

 

De Groene Amsterdammer, juni 2004

Home