|
Een reconstructie van de samenhang
Einar Schleef (1944-2001)
Het was een schrik aanjagend wonder, Sportstück van de Oostenrijkse schrijfster Elfriede Jelinek, in de regie van Einar Schleef (Burgtheater Wenen, 1998). 'Zoveel mensen met persoonlijke dadendrang,' schreef Jelinek in Sportstück, 'en plotseling lijkt het net of de slag van een onzichtbare klok iets in hun schedels heeft verbrijzeld, ze staan als het ware gelijk, op een imaginair tijdstip, hetzelfde uur. Dan grijpen naar hun sportspullen en slaan op elkaar in.' Zo ensceneerde Einar Schleef Jelineks teksten. In zich steeds opnieuw hergroeperende koren, ritmisch skanderende 'Sportmannschaften'. Ze stelden niks voor, ze beeldden niets uit, ze wáren er. Keurige, ietwat schuchtere mensenkinderen veranderden in een zwetend, grijnzend, woorden spugend 'iets', een gezelschap met een hoge graad aan 'Gesellschaft', een angst inboezemend téveel aan massa, en dus onvermijdelijk gevaarlijk. Franz Wille in Theater Heute: 'Die dionysische Utopie ist ein Alptraum, und nirgends ist das deutlicher zu sehen als in Einar Schleefs Theater. Grossartig und beängstigend.'
Vijf jaar eerder zag ik in het Berliner Ensemble Schleefs enscenering van Wessis in Weimar, een 'toneelstuk' dat maar geen toneelstuk wilde worden, geschreven door Rolf Hochhuth, tweehonderd pagina's Feldwebelteksten, krantenartikelen, redevoeringen, agitatorische scènes en onmogelijke monologen. Schleef riep de hulp in van Schiller, en van Heine - de regisseur en de auteur rolden dus al ver voor de première ruziënd over straat. De voorstelling werd een schandaal, BE-directielid Peter Zadek sprak over 'fascistoïde' theater, mede-directielid Heiner Müller nam Einar Schleef in bescherming.
Het was een vreemde vertoning, die uren en uren duurde - naarmate het middernachtelijk uur naderde raakte het theater ontvolkter. De individuele cliché's waren shockerend, maar bleven wel hangen in shockerende cliché's. De Berlijnse bouwondernemer in nazi-uniform bijvoorbeeld, die de bombrief las die hem zou doden. Tijdens een ellenlange monoloog kleedde hij zich piemelnaakt uit en begon boven de bombrief te masturberen. Aandoenlijke cliché's waren er ook, zoals de dialoog uit Schillers Maria Stuart, waarin de teksten van Elisabeth I zo van Helmut Kohl afkomstig leken, terwijl de trotse Schotse koningin de wanhoop van de burgers uit de onttakelde ex-DDR verwoordde. Tja.
Maar die slotscène van de voorstelling zal ik niet gauw meer vergeten. Gasthaus Goethe in Weimar. Een oude Duitser wil het pand - ooit zijn geboortehuis - nog één keer bezoeken, met zijn kleinkind. Maar de Bundespräsident is er net te gast, met zijn Italiaanse ambtgenoot. Het bezoek komt dus niet gelegen. De oude man en zijn kleinkind steken het pand vervolgens in brand. De hele scène werd gespeeld door een mannen- en een vrouwenkoor, een woedende apotheose van een dodenmis voor het geliefde én gehate vaderland.
Einar Schleef werd in 1944 geboren in Sangershausen, Thüringen (vlakbij Weimar), dat vijf jaar later opeens in de socialistische eenheidsstaat DDR lag. Toen hij zestien was viel hij uit een rijdende trein, waardoor er - zoals hij het zelf placht te zeggen - in zijn hoofd iets brak, de breuk tussen de jongeman en zijn spraak. Einar Schleef werd een stotteraar, de taal barrikadeerde zich achter zijn slapen. Die ramp maakte van hem een kunstenaar, zelfs een taalkunstenaar, tegen de wil ván, en misschien met de dank áán de onverzettelijkheid van het Duitse 'Sprechtheater'. 'Der Schauspieler hat bei uns den Traum von Individuum zu erfüllen - aber wo gibt's denn heute ein Individuum?' Zei Schleef, en introduceerde het grote Schleef-koor. Toen hij in 1976 uit de DDR naar de Bondsrepubliek 'übersiedelte', viel het hem pijnlijk op, hoe hard de mensen in het Westen uit hun samenhang waren gevallen. Zijn levensproject heette dan ook: 'die Rekonstruktion der Zusammenhang', de woedende dionysische massa. Hij was er radicaal in, en leek er sinds zijn queeste door het steeds herenigder Duitsland almaar radicaler in te worden. Vanaf zijn antiekenproject Mütter (Frankfurt, 1986, op basis van Euripides en Aischylos), via Hochhuts Wessis in Weimar (Berlijn 1993), naar Jelineks Sportstück (Wenen, 1998). Hij won terrein, oogstte meer waardering, zou dit seizoen bij Toneelgroep Amsterdam Genets Balkon ensceneren.
Einar Schleef stierf op 21 juli jl. op 57-jarige leeftijd in een Berlijns ziekenhuis aan een hartstilstand. Vier dagen later zou hij in het off-off-festival van de Salzburger Festspiele Nietzsche's Ecce Homo reciteren. Alleen.
Theatermaker, 2001
|

|